icon

Bestaanszekerheid begint bij jezelf

Toen mensen besloten een andere vorm van beschaving in te voeren dan het recht van de sterkste vlogen met solidariteit en rechtszekerheid welzijn en welvaart omhoog. Die andere vorm bestond uit allerlei afspraken zoals geboden en wet- en regelgeving. Wie zich niet aan die afspraken wenste te houden kon vertrekken of zag sancties tegemoet. Nu wenst een groeiende groep burgers zich selectief aan bepaalde geschreven en ongeschreven afspraken te onttrekken. Bijvoorbeeld geen boetes en belastingen betalen, maar wel gebruik maken van uitkering, zorg en infrastructuur. Onze overheid weet hier niet goed mee om te gaan, want diezelfde overheid worstelt nog met het grondrecht van de bestaanszekerheid. Het ondoorzichtige systeem van toelagen en suppleties blijkt steeds vaker te haperen. Het armoede probleem ligt aan de uitgavenkant en dat is met bijstortingen in de praktijk niet te repareren. Bij ieder ‘recht’ liggen er verplichtingen op de loer, niet iedereen wil dat accepteren. Het is paternalistisch om niet te zeggen betuttelend wanneer andere burgers, al is dat dan via de overheid, moeten bijspringen. Waarom lukt het velen wel om hun eigen broek op te houden en anderen niet? Iedereen weet dat de uitgangsposities sterk verschillen afhankelijk van waar je bent geboren. Het is ook bekend dat het sociaal maatschappelijke vangnet van steun in principe ook voldoende zou moeten zijn om een bescheiden, schuldenvrij leven te leiden. Wanneer kinderen is geleerd spaarzaam te zijn en behoedzaam met geld om te gaan zet dat meestal zoden aan de dijk. Dat is helemaal niet afhankelijk van de rijkdom van de ouders. Waarom accepteren wij dat jongeren gemiddeld op alle aspecten van burgerschap slechter scoren? Veel jongeren willen graag ‘rijk en beroemd’ worden. De basis van het economisch handelen door verantwoorde keuzes te maken hoe met geld om te gaan wordt niet systematisch of structureel overgebracht. Lopen de ouders bij de voedselbank dan vinden kinderen dat al snel normaal. Veel jongeren zien geld vooral om direct te kunnen consumeren, sparen is voor dummy’s. In de huidige, digitale wereld is het besef van de waarde van geld minder tastbaar, je kunt moeilijk zoals vroeger ieder dubbeltje eerst een paar keer omdraaien. Het is al sinds mensenheugenis bekend dat kinderen die zakgeld krijgen met de clausule ‘op is op’, veel beter met geld leren omgaan dan kinderen die geld naar behoefte krijgen. Gekregen geld lijkt bovendien minder waarde te hebben en makkelijker te worden uitgegeven dan zuur verdiend en opgespaard geld. Natuurlijk heeft het geen zin te zeggen dat het onhandig of eigen schuld is, maar schulden maken, op afbetaling kopen, korter werken, kinderen krijgen of in echtscheiding gaan ontketent een andere financiële positie. Als je geen overzicht hebt, en het probleem voor je uitschuift raak je steeds dieper in de problemen. Als zelfs meer uren werken, dankzij het falende toeslagensysteem van de overheid een negatief resultaat op je netto inkomen heeft, kan je de nering ook niet meer naar de tering zetten. Geen instantie heeft nu de visie of bevoegdheid hier verbetering in te brengen. Helaas.